Herrezen kastelen in de Westhoek
Zonnebeke · 56 km
Klik hier voor de korte versie van 35 kmZonnebeke · 35 km
Klik hier voor de lange versie van 56 kmHet Polygoonbos of Doelbos is na het Zoniënwoud het oudste domeinbos van België. Het bos is ongeveer 68 ha groot en ligt 1,6 km ten zuiden van Zonnebeke. Het bos bestaat vooral uit dennenbomen, maar de laatste jaren zijn er ook loofbomen aangeplant. Het Polygoonbos is een van de belangrijkste broedplaatsen in de streek voor roofvogels. Vandaag is het bos een oase van rust, maar dat was ooit anders. Het werd tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest. Er zijn nog sporen van de oorlog te vinden, zoals resten van bunkers. Eind oktober 1914 werden alle Duitsers door het Britse leger uit het bos verdreven. Op 3 mei 1915 gaven de Britten het bos weer uit handen tijdens de Tweede Slag om Ieper. Pas in september 1917 heroverden Australische troepen het bos. Tijdens het Duitse lenteoffensief in 1918 werd het bos weer uit handen gegeven, maar op 28 september 1918 werd het definitief veroverd door de 9de Schotse Divisie. Sinds 1972 is het bos voor het publiek opengesteld.
Gezellige sfeer, vriendelijke bediening, verzorgde dranken, hapjes en maaltijden. De honger kan je er stillen met o.m. belegde broodjes, steaks, vispannetjes of de huisspecialiteit: scampi's. Fietsers zijn welkom!
Tegenover de zuidwestelijke hoek van het Polygoonbos staat een indrukwekkend bronzen beeld van een Highlander, een Schotse soldaat. Het staat op nagenoeg dezelfde plaats waar op 10 en 11 november 1914 de eerste Slag om Ieper eindigde. Aan deze 'Black Watch Corner' voorkwamen Britten en Fransen dat de Duitsers de doorsteek maakten naar Ieper. Beide partijen groeven zich in op de heuvelkam. Het monument brengt niet alleen een permanent eerbetoon aan de standvastigheid van het legendarische Black Watch Regiment, maar herinnert ook aan de vastberadenheid van de Britse 'Old Contemptibles' - de Duitse spotnaam voor het Britse beroepsleger. Het regiment verloor op het westelijke front meer dan achtduizend soldaten.
Op de oude spoorbedding Ieper-Torhout kom je langs het monument voor de dichter Francis Ledwidge. Hij was een Ierse nationalist, maar nam tijdens WO I toch dienst in het Engelse leger. Hij kwam op 31 juli 1917 om het leven in Boezinge. Enkele dagen eerder had hij het gedicht Soliloqui geschreven, door Benno Barnard vertaald als Alleen.
Verpozen kan op het terras van Koklikoo, in de groene omgeving van het Zonnebeekse kasteelpark - al is ook het interieur van dit theehuis met bistro bijzonder aantrekkelijk. Dankzij allerlei delicatessen komen ook de fijnproevers er aan hun trekken. Koklikoo staat voor het Franse coquelicot, wat klaproos of poppy betekent.
In april 2004 werd het kasteel van Zonnebeke officieel heringericht als Memorial Museum Passchendaele 1917. Op de eerste verdieping krijg je een overzicht van de vijf slagen van Ieper met de nadruk op de slag van Passendale. Het museum beschikt over een unieke collectie historische voorwerpen, die aangevuld wordt met foto's, filmbeelden en kaartmateriaal. Verder daal je 6 meter af in de diepe Britse dug-out uit 1917, compleet heringericht met communicatie- en verbandpost, pompkamer, hoofdkwartieren en slaapplaatsen. In 2013 is het museum vernieuwd en uitgebreid met een bijkomend ondergronds gedeelte en 500 meter loopgraven. Het Memorial Museum is ook hét vertrekpunt bij uitstek voor een bezoek aan de slagvelden. Wie op zoek is naar een unieke frontervaring, kan vanuit het museum ook één dag van de aanval herbeleven: 4 oktober 1917. In het spoor van de Australiërs wandel je over een oud spoorwegtracé naar Tyne Cot Cemetery. Onderweg krijg je stukken van bunkers te zien en verneem je ook de verhalen van de mannen die ons meer dan negentig jaar geleden zijn voorgegaan.
Van 1 februari tot 15 december dagelijks van 9 tot 18 u. (laatste toegang om 16.30 u.). Groepen enkel na afspraak.
Wandelen in Ieper kun je in de Gasthuisbossen, 230 ha groot. Bij de dienst toerisme is een wandelkaart te verkrijgen met 15 km wandelpaden en bewegwijzerde routes die je van het ene naar het andere bosdomein leiden. Van oudsher was dit een bos- en heiderijk gebied. De Gasthuisbossen bestaan uit acht verschillende bosdomeinen verspreid over Zillebeke, Zandvoorde en Wijtschate. Ze werden tijdens de middeleeuwen eigendom van de Ieperse 'godshuizen' en 'gasthuizen' en worden nu nog OCMW-bossen genoemd. Ze overleefden de systematische ontginning en versnippering van de 18de en de 19de eeuw, maar werden in de Eerste Wereldoorlog helaas totaal vernietigd. Vanaf 1922 werden ze herbebost met grove den, lork, beuk, Amerikaanse en zomereik en enkele sparrensoorten. De slecht ontwikkelde naaldhoutbestanden worden systematisch vervangen door een meer gevarieerd loofbos met vooral zomereik, aangevuld met boskers. Er werd de voorbije jaren een verheugende toename vastgesteld van stootvogels, spechten, reeën en kleine roofdieren. De ondergroei wordt overheerst door braamstruiken.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteeldomein van Zonnebeke grondig verwoest. Na de oorlog liet de familie Iweins het huidige kasteel optrekken in karakteristiek Normandische stijl. In 1980 kocht de gemeente Zonnebeke het domein aan. Het is sinds 1982 opengesteld als wandelgebied: een 7 ha groot prachtig parkbos met open ruimtes en een centrale vijver. Er groeien parkboomsoorten als taxus en paardenkastanje. Wie van hengelen houdt, kan aan de visrijke vijver zijn hartje ophalen. Het kasteel wordt gebruikt voor socioculturele doeleinden. In 2004 werd in het domein een museum geopend: het Memorial Museum Passchendaele 1917. In 2014 werd het kasteeldomein uitgebreid met onder meer de Poppy-gardens en het landhuis Zonnedaele (tijdelijke tentoonstellingen van het Memorial Museum Passchendaele 1917).
Bij het voormalige station van Langemark zie je het zogeheten Vijverpark. Ooit was dit een onderdeel van een kasteeldomein. Het fraaie kasteel met twee vierkante hoektorens werd begin 19de eeuw gebouwd in opdracht van burggraaf François Guillaume de Pattin, schatbewaarder van het Gulden Vlies en van 1841 tot zijn overlijden in 1852 de plaatselijke burgemeester. Door erfenis ging de eigendom over aan de Franse familie Cotteau de Pattin. Tijdens 1914-1918 werden het kasteel en het park volledig vernield. Na de oorlog liet Raoul Cotteau de Pattin het kasteel heropbouwen op dezelfde plaats (links van de vijver), zij het kleiner en minder sierlijk. Het kasteel werd in 1959 omgebouwd tot gemeentehuis.
De naam Elzenwalle Brasserie Cemetery, met centraal het typerende Cross of Sacrifice, verwijst naar de brouwerij die ertegenover gelegen was. Er rusten 108 Britse en 41 Canadese soldaten die tussen 1915 en 1917 omkwamen bij het verdedigen van stellingen in deze buurt.
Het terras van Het Vijverhuis, met uitzicht op de vijver, is een zalig plekje.
Achter de kerk van Elverdinge prijkt een groot kasteel in Franse renaissancestijl. Al in de 12de eeuw hadden afstammelingen van de graven van Vlaanderen er een burcht, hoofdzetel van de plaatselijke heerlijkheid. Het kasteel wisselde geregeld van eigenaar, tot graaf Victor d'Ennetière er zich in 1870 kwam vestigen. Hij bouwde het huidige kasteel, maakte van het park een mooie warande en liet op zijn kosten al de straten van het dorp asfalteren. Tijdens WO I brandde het kasteel af. In 1925 begon de heropbouw. Het is vandaag eigendom van graaf Eric du Cauzé de Nazelle en diens echtgenote Isabelle de Rochechouart de Mortemart. Het domein is niet toegankelijk, maar wel goed zichtbaar vanaf de openbare weg.
Het verzoeningskruis van Steenstraete staat op de plaats waar de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 22 april 1915, voor het eerst stikgassen gebruikten en vele jonge soldaten sneuvelden. Het kruis werd onthuld in 1961; het verving een ander kruis dat in 1942 door de Duitsers werd vernield.
Opvallend bij de rotonde in Sint-Elooi is het Belgische kanon, gebruikt in de Eerste Wereldoorlog. Dit gehucht vormde toen het meest vooruitgeschoven punt van de vijandelijke frontlinie rond de stad Ieper. De Duitsers lieten er in maart 1915 de eerste ondergrondse mijnen ontploffen - meteen de start van de beruchte mijnenoorlog.
Ruim anderhalve eeuw wonen de graven du Parc Locmaria in dit kasteel langs de Hospitaalstraat. Het werd in 1857-1858 opgetrokken in Vlaamse renaissancestijl. Tijdens WO I kwam het domein in de vuurlinie te liggen. Meteen daarna stelde burggraaf Maurice du Parc bereidwillig zijn kasteel ter beschikking aan het Amerikaanse Rode Kruis.
Aan de kruising van de 's Graventafelstraat en de Keerzelaarstraat herinnert de gedenkzuil voor de Nieuw-Zeelandse Divisie aan de Derde Slag bij Ieper in 1917, een grootschalige geallieerde poging om het Duitse front te doorbreken.
Tijdens WO I trokken Australiërs, Canadezen en andere troepen van de Commonwealth via de voormalige spoorlijn tussen Roeselare en Ieper naar het slagveld in Passendale (... vaak de dood tegemoet). Deze 'Road to Passchendaele' kreeg dan ook een bittere symbolische bijklank.
Begin 20ste eeuw was de zuidelijke Westhoek een van de belangrijkste kastelenregio's van West-Vlaanderen. Maar toen kwam de allesverwoestende oorlog van 1914-1918. Kastelen fungeerden plots als militaire hoofdkwartieren, romantische parken werden herschapen in de gruwelijkste slagvelden. Enkele van die oude kastelen zijn nooit meer uit hun as herrezen. De kastelen die je vandaag wél nog rond Ieper aantreft, werden stuk voor stuk heropgebouwd of grondig gerestaureerd, sommige zelfs volgens de oorspronkelijke bouwplannen.