Het dorp van Pastoor Munte en Moeder Cent
Zichem · 41 km
Zichem · km
Klik hier voor de lange versie van 41 kmZichem was al voor 1303 een stad. In dat jaar omringde Godfried van Brabant de nederzetting met een muur. Maar Zichem zou nooit uitgroeien tot een belangrijke plaats. Toch biedt de kleine kern vandaag nog historische restanten, die de tijd nog niet helemaal heeft uitgevlakt. Op de Markt staat een standbeeld van Ernest Claes en een handvol brasserieën verwijst er naar zijn werk, zoals Floere het Fluwijn en Heren van Sichem.
Deze toren dateert van rond 1400. Om belegeringen te kunnen doorstaan zijn de muren tot 4 m dik. De naam verwijst naar een jonge adellijke vrouw die niet met haar geliefde van simpele afkomst mocht trouwen. Daarom werd ze opgesloten in de toren. Uiteindelijk wierp het meisje zich radeloos in de Demer.
Scherpenheuvel is het bekendste en meest bezochte bedevaartsoord van België. De verering van Maria op de 61 m hoge 'Scherpen Heuvel' gaat terug tot de 16de eeuw. Toen stond op de heuvel een eik waaraan een Mariabeeld was bevestigd. Verschillende opvallende genezingen werden toegeschreven aan een bezoek aan de bedevaartsboom. In 1602 kwam er een kleine houten kapel. Daarop vertrok de eerste georganiseerde bedevaart vanuit Zichem. Er verzamelden liefst 20.000 pelgrims. In 1627 werd de huidige barokke bedevaartskerk ingewijd. Ze heeft een zevenhoekig patroon met een koepel, waarop 298 vergulde sterren prijken. De verering van Maria bleef in Scherpenheuvel altijd zeer levendig. Ook de kraampjes met religieuze souvenirs zijn al eeuwenlang met het bedevaartsoord verbonden. Rond de basiliek is er ruime keuze aan tavernes en tearooms.
19de-eeuwse herberg op de Markt. Aangenaam en ruim terras.
Dit is geen alledaags eethuis, maar onderdeel van sociale werkplaats vzw De Vlaspit waar heerlijke streekproducten worden geserveerd in een gezellig decor. Je moet zeker de pannenkoeken met perensiroop of streekconfituur proeven! Je kunt hier ook terecht voor fietsverhuur.
Bij provinciedomein Halve Maan hoort een gezellige taverne: De Badmeester.
Het begijnhof van Diest is een van de mooiste straatbegijnhoven van ons land. De toegangspoort uit 1671 toont symbolisch dat je er een stad in de stad binnentreedt. Een begijnhof was een gemeenschap van ongetrouwde vrouwen, die het midden hielden tussen leken en kloosterlingen. Ze leefden volgens strikte regels. In het hof staat de Sint-Catharinakerk. Het is een gotisch bouwwerk uit de 14de eeuw, opgetrokken in voor de streek typische ijzerzandsteen. Stap links om de kerk heen. Daar duikt de voormalige infirmerie op, vandaag het cultureel centrum van Diest. Kuier verder door het handvol straten. De rust overvalt je meteen. De kleine huisjes en de gekasseide straten maken het begijnhof tot de meest schilderachtige plek van Diest.
Diest is altijd een garnizoenstad geweest, met een versterkte gordel werd rond het centrum. De laatste wallen werden gebouwd tussen 1837 en 1853. Later werden die grotendeels ontmanteld. Het Provinciedomein Halve Maan is gedeeltelijk op de plaats ervan aangelegd. Je ziet nog restanten. Op vandaag is er een recreatiepark met tal van attracties.
Van april tot september dagelijks van 9 tot 21 u.; van oktober tot maart dagelijks van 10 tot een uur voor zonsondergang. Zwembad van 1 mei tot 15 september, attracties van 1 april tot 30 september.
Langs de weg naar Averbode staat het geboortehuis van Ernest Claes (1885-1968), de auteur van De Witte van Zichem. Al in 1934 werd dit in 1920 gepubliceerde boek verfilmd. In 1980 gebeurde dat nog eens met Robbe De Hert in de regisseursstoel. De Witte is een vrolijke roman met een speelse rakker in de hoofdrol én met enkele rauwe trekjes. Het is een herinnering aan Claes' jeugd, zoals hij die rond 1900 in dit Brabantse dorp beleefde. Een groot deel van de roman speelt zich af langs de boorden van de Demer. Het geboortehuis is nu een klein museum. Ook wanneer het gesloten is, kun je er rondwandelen en krijg je een glimp van het leven in een landelijke boerderij rond de voorlaatste eeuwwisseling.
Zichem, dat is Ernest Claes. En omgekeerd. Zonder overdrijven kun je stellen dat de auteur van De Witte zijn geboortedorp - en bij uitbreiding de hele Demerstreek - op de kaart heeft gezet. Overigens lijkt het centrum nog altijd goed op het Zichem dat Claes in zijn boeken schetste: de markt met zijn statige herenhuizen, de kiosk en de bomen op het plein...