In het wiel van de Flandriens
Oudenaarde · 39 km
Oudenaarde · km
Klik hier voor de lange versie van 39 kmDit café is genoemd naar de berucht(st)e klim uit de Ronde van Vlaanderen. Café Koppenberg krijgt wielerfans van over de hele wereld over de vloer, tot Japanners en Amerikanen toe. In het zaaltje dat bij het café hoort, zie je foto's van legendarische passages over de 'Bult van Melden'.
Op de Markt, waar talloze terrasjes zijn, verrijst Universus, een 5 m hoog bronzen beeld van Johan Tahon. ‘Het is een figuur die ten hemel lijkt te stijgen, maar tegelijk hevig door de aarde wordt aangetrokken’, aldus de Menense beeldhouwer Tahon (1965), die in Oudenaarde een van zijn drie ateliers heeft. De andere twee creatieve werkplekken liggen in zijn woonplaats Zwalm en in het Turkse Iznit. Met gips, brons, polyester en keramiek maakt Tahon uit de kluiten gewassen, enigszins bevreemdende, mensfiguren die altijd weer iets lijken te zoeken. Zijn oeuvre is omvangrijk, misschien typisch voor zijn West-Vlaamse wortels. In een interview verklaart hij: ‘Ik maak eigenlijk veel werk. Ik weet het niet, ik heb zo dat plichtsgevoel, het gevoel dat er gewerkt moet worden.’
Na een zeer stevige klim kun je op het terras van Molen ten Hotond genieten van prachtige vergezichten over de Vlaamse Ardennen. Je bevindt je op het hoogste punt van Oost-Vlaanderen (150 m). De Hotondberg is, net als de Muziekberg verderop, een ‘getuigenheuvel’ of ‘Diestiaanheuvel’. De term verwijst naar een ver verleden waarin Vlaanderen nog zeebodem was - het laatmioceen. Net als andere ‘bergen’ - de Kluisberg, de Kemmelberg - zijn het versteende zandbanken, overblijfselen uit de tijd waarin de Diestiaanzee zich terugtrok, zeven miljoen jaar geleden. Het zand dat veel ijzer bevatte (glauconiet), klitte bij contact met de lucht samen en vormde ijzerzandsteen, een sterk en erosiebestendig gesteente. Zachtere lagen verweerden in de loop van miljoenen jaren, waardoor het huidige heuvelachtige landschap ontstaan is.
Het station van Ronse is het oudste van het Europese vasteland, maar stond oorspronkelijk niet hier, maar in Brugge. Langs de spoorweg in Ronse stond van 1841 tot 1879 een bescheiden stationsgebouw. Door de bloei van de textielindustrie en de uitbreiding van het spoorwegnetwerk om steenkool uit de Borinage naar de haven van Gent te verschepen, werd het gebouw te klein. Toeval wou dat Brugge met een soortgelijk probleem zat. Om geen nodeloze kosten te maken voor een nieuw ontwerp en nieuwe materialen, werd het classicistische station van Brugge (1844) in 1879 steen voor steen ontmanteld, op de trein geladen en in Ronse heropgebouwd. De werfleider van dienst beging echter een flater, waardoor de oorspronkelijke voorgevel nu richting sporen wijst…
Den Bonmo, de vrolijke nar voor het station, verwijst naar de jaarlijkse Bommelsfeesten. Die verwijzen naar Zotte Maandag, een carnavaleske dag die een variant is van de middeleeuwse ‘dertienavond’, een periode die begint op Kerstmis en eindigt met Driekoningen. Die dertien dagen wordt volop gefeest met maskers, ‘bonmos’. Eeuwenoude zotternij.
Naast vier trappistenbieren serveren ze hier enkele plaatselijke speciaalbieren, zoals Keun en Ronsischen Tripel.
De Nieuwe Bossenaeremolen in Etikhove is nieuw in zoverre hij op de huidige plek is heropgebouwd tussen 1996 en 1998. Tot 1939 stond vlak in de buurt een staakmolen, de Bossenaeremolen. De molen die nu met zijn 22 m lange wieken het weidse landschap domineert, stond oorspronkelijk in Impe en was er bekend als de Tukmolen, genoemd naar molenaar Tucswer die hem in 1452 pachtte. De molen hield in 1959 op met malen. Dankzij de huidige molenaar Mark De Merlier is de Nieuwe Bossenaeremolen maalvaardig. Samen met de heropgerichte molens in Huise, Wannegem-Lede en Sint-Denijs- Boekel maakt deze molen deel uit van de ‘molenrenaissance van de Vlaamse Ardennen’.
Zeg nooit zomaar 'heuvel' tegen de Koppenberg: op deze plek is namelijk meermaals heroïsche wielergeschiedenis geschreven. De Koppenberg was een van de bekendste hellingen uit de Ronde van Vlaanderen, tot hij in 1987 uit het parcours werd geschrapt omdat er te veel valpartijen en ongevallen waren. In 2001 werd beslist het wegdek te effenen, zij het nog steeds met de bekende 'kinderkopjes', en vanaf 2002 moet de Koppenberg opnieuw beklommen worden. Op deze helling, met een lengte van 626 meter en een gemiddeld stijgingspercentage van 11,5% (max. stijging 22%!), viel al verscheidene keren de beslissing in de bloedstollende strijd om de overwinning.
Doorlopend toegankelijk.
Ook zo 'zot' van de koers? Dan kun je je hier naar hartenlust uitleven. Het Centrum Ronde van Vlaanderen is een multifunctioneel bezoekerscentrum dat onder meer een belevingsmuseum, een tentoonstellingsruimte, een filmauditorium, een museumshop en een wielerbrasserie omvat. In het museum word je met behulp van multimediale technieken, objecten, tekst en beeld ondergedompeld in de unieke Ronde van Vlaanderen-sfeer. Aan de balie is (fiets)toeristische informatie over de Vlaamse Ardennen beschikbaar. De bezwete wielertoerist kan hier ook terecht voor een frisse douche. Er zijn groepsbezoeken mogelijk met als gids ex-wielerkampioen Freddy Maertens.
Deze gezellige taverne in het centrum van Oudenaarde maakt deel uit van het Centrum Ronde van Vlaanderen. De sfeer is er erg relax en je duikt er in een echt wielerbad. Wielerkampioenen zitten er vaak samen aan tafel met wielersupporters bij een typisch biertje van het huis, het Flandrien-huisbier, een echte aanrader. Je proeft hier niet alleen lekker bier en verzorgde brasseriegerechten waaronder garnaalkroketten Freddy, genoemd naar oud-wereldkampioen Freddy Maertens die in het Centrum trouw mee zorgt voor boeiende rondleidingen. Je kunt er zowaar met deze kampioen een praatje slaan terwijl je 'zijn' garnaalkroketten' proeft... Maar ook de Spaghetti Boonaise en de Coupe Koppenberg zijn niet te versmaden. Geniet hier echter niet alleen van een lekker biertje en een bijbehorende eenvoudige, steeds lekkere schotel maar ook van de locatie. Het café is bijzonder sfeervol ingericht met tal van authentieke wielertruitjes van grote wielerkampioenen, bidons, een zee van foto's, en tal van andere memorabilia. Ook niet-wielerliefhebbers genieten hier van de bijzondere sfeer. Bovendien kun je er op een groot scherm de wielerwedstrijden live volgen.
De wandtapijtnijverheid maakte van Oudenaarde in de 16de eeuw een rijke stad en stelde duizenden inwoners te werk. Pas in 1772 sloot het laatste atelier zijn deuren. Aan elk 'geweven schilderij' werd gemakkelijk vier tot vijf jaar gewerkt. In het museum van de Lakenhalle, dat tegen het stadhuis aanleunt, zijn er 25 van die wandkleden te bezichtigen.
Van 1 maart tot 30 september: van dinsdag tot zondag van 10 tot 17.30 u. (locatie Stadhuis) en van 14 tot 17.30 u. (locatie Huis de Lalaing). Kaartjes tot 17.15 u., bezoek tot 18 u. Van 1 oktober tot 28 februari: van dinsdag tot vrijdag van 10 tot 17 u. (locatie Stadhuis), van 14 tot 17 u. (locatie Huis de Lalaing). Zaterdag en zondag van 14 tot 17 u. (locatie Stadhuis ). Kaartjes tot 16.15 u.
Na afbraak van de middeleeuwse vesten rond Oudenaarde werd een deel van de vrijgekomen gronden gekocht door baron Charles Liedts, liberaal minister van Binnenlandse Zaken (1840-1841) en Financiën (1852-1855). In 1865 liet hij er een zomerverblijf bouwen. Tegelijk werd er een grote privétuin aangelegd, met waterpartijen, prieeltjes en veel hoogstambomen. Het kasteeltje werd in 1883 door zijn zoon Amedée uitgebreid en 'aangekleed' in eclectische stijl. De kinderloze Amedée schonk het kasteel en de tuin in 1907 aan de stad, op voorwaarde dat de begrenzing van het Park Liedts (6 ha) nooit zou wijzigen. Het park is vrij toegankelijk, het kasteel is vandaag de thuisbasis van diverse vrijzinnige verenigingen.
Een aanrader is het terras van de Carillon, gevestigd in twee kleine, 17de-eeuwse bak- en zandstenen huisjes vlak bij het koor van de Sint-Walburgakerk. Op de kaart staan heel wat streekbieren, zoals Ename, Adriaan Brouwer en Liefmans. Binnen geniet je van de charmes van een nog authentiek bruin café.
Ook al heeft de arbeidsintensieve productie meer verleden dan toekomst, in Huis de Lalaing, een oude 17de-eeuwse patriciërswoning aan de Schelde, kun je het ambacht nog altijd leren in het weefatelier. Huis de Lalaing heeft ook een museum en een restauratieatelier, in de grote ommuurde stadstuin staat een 150 jaar oude ginkgo biloba.
De Oudenaardse schilder Adriaen Brouwer (1605-1638) trok met zijn vader - een kartonschilder voor de tapijtweverij - naar de Noordelijke Nederlanden, weg van het Spaanse schrikbewind. Hij torste het wispelturige karakter van het genie en was toegewijd aan het uitbeelden van het alledaagse leven. Rembrandt en Rubens verzamelden zijn werk. Toch stierf hij compleet verpauperd.
De Hoge Mote is een van de oorspronkelijk negen verdedigingsheuvels van de stad. Het historische gebouw deed opeenvolgend dienst als kanunnikenwoning, vredegerecht en textielbedrijf. Nu vind je er de dienst Toerisme, Cultuur en Musea. Via de Hoge Mote krijg je toegang tot het textielmuseum, dat een sociaal, technisch en historisch overzicht geeft.
Sinds 2003 organiseert vzw Picturale in Ronse het festival van de Illustratiekunst. Klaas Verplancke won de eerste daaraan verbonden wedstrijd en zijn werk kwam uitvergroot op een gevel aan de Veemarkt. Een reusachtige zwarte kat van de tweede winnaar, Kristien Aertssen, siert de gevel van de bibliotheek. Stap voor stap wil Picturale op die manier Ronse meer kleur geven.
In 1960 stierf het laatste begijntje van Oudenaarde. De begijnenhuisjes bleven echter niet leeg achter. Ze doen nu dienst als serviceflats voor senioren. In tegenstelling tot tal van andere Vlaamse begijnhoven staat dat van Oudenaarde niet op de Unesco-werelderfgoedlijst. In het poortgebouw waakt Sint-Rochus, de pestheilige.
Oudenaarde is de stad waar Leopold I in 1864 het duizend man sterke Belgische Legioen vormde om de Mexicaanse keizer Maximiliaan te helpen in zijn strijd tegen de republikeinen (keizerin Charlotte van Mexico was de dochter van Leopold). 250 van hen gaven zich in 1865 over tijdens de Slag bij Tacámbaro. Een liggende vrouw op het Tacambaroplein die richting Mexico kijkt, herinnert aan de tientallen slachtoffers.
De kapel werd gebouwd in 1676 door de toenmalige pastoor van de Sint-Martinusparochie Christophe De le Tenre op grond die werd geschonken door landbouwer Hermes Haustraete. Zo konden de gelovigen op zondag naar de mis zonder naar Ronse te hoeven gaan. Tijdens de Franse Revolutie werd de kapel verkocht aan een lokale boer, die het gebouw als schuur gebruikte. Enkele families kochten begin 19de eeuw het gebouw terug over van de boer. Sinds 1922 is het gebouw opnieuw opengesteld. De jaarlijkse Fiertel houdt er halt en de jaarlijkse noveen van Maria-Boodschap (rond 25 maart) wordt er nog steeds gehouden. Sinds 1947 is de kapel als monument beschermd.
Gert Keunen is niet alleen brouwer, hij is ook bekend als muzikant, componist, auteur, doctor in de sociologie en professor muziekgeschiedenis. Daar voegt hij sinds kort ook bierbrouwer aan toe - iets wat in zijn genen zit, want ook zijn grootvader werkte ooit in een (Limburgse) brouwerij. Gert Keunen creëerde zowel een Keun Rood als een Keun Zilver. Het ene is een donker, zwaar bier van hoge gisting (9%); de hoppige en fruitige blonde versie is een kruising tussen een tripel en een saison (7,5%). Brouwerijbezoek is mogelijk in groep na afspraak.
Van op de prachtige Markt van Oudenaarde trek je op pad voor een 'kleine Ronde van Vlaanderen' want met de Koppenberg en de Hotond staan er twee stevige kuitenbijters op het programma. Ze brengen je naar Ronse: de oude textielstad, taalgrensstad en ‘poort’ naar de Vlaamse Ardennen. Via het landelijke Maarkedal fiets je terug naar Oudenaarde, waar je kennis maakt met de wandtapijtenindustrie, een ambacht waarmee de stad in heel Europa bekendheid wist te verwerven.
Wens je meer informatie over deze route (Roadbook, gpx-bestanden en praktische info)?
Knooppunter fietsbox Vlaanderen: nu met digitale navigatie-app
Deze Knooppunter fietsbox verzamelt de mooiste fietsroutes van Vlaanderen. Bij elke fietstocht hoort een roadbook die de fietser de meest complete info in de meest compacte vorm biedt, inclusief de vermelding van de startplaats, een opsomming van de fietsknooppunten, de afstand tussen de knooppunten en de situering van de bezienswaardigheden en horecazaken onderweg.
Alle roadbooks kun je, na registratie, op deze website gratis downloaden.
Bij elke route hoort ook een fietskaartje met aanduiding van de fietsknooppunten. Je vindt de meest actuele versie van die kaartjes op deze website.
Nieuw! Vanaf nu kun je alle Knooppunter-info ook tijdens het fietsen probleemloos én gratis raadplegen via de digitale navigatie-app. Het enige wat je hiervoor nodig hebt is een opgeladen smartphone met internettoegang.
Heb je deze gids al ?
Na aankoop kun je jouw Knooppuntergids op deze website registreren. Zo krijg je toegang tot de meest actuele versie van de routes uit je gids en alle extra informatie en mogelijkheden. Je kunt je gids activeren met de persoonlijke unieke code die je vooraan in je boek terugvindt.